De hieronder vermelde informatie berust niet op definitieve cao-bepalingen, maar zijn de belangrijkste uitkomsten van de onderhandelingen tussen partijen die deels nog aan de betrokken leden ter goedkeuring moeten worden voorgelegd.
Algemeen
De cao heeft een looptijd van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021.
Lonen
De lonen worden verhoogd per:
01-02-2021 | 1,50% |
01-07-2021 | 0,75% |
De op 1 februari 2020 geldende salarisschalen en de op 31 januari 2021 geldende salarissen
worden per 1 februari 2021 structureel verhoogd met 1,5%.
De op 1 februari 2021 geldende salarisschalen en de op 30 juni 2021 geldende salarissen
worden per 1 juli 2021 structureel verhoogd met 0,75%.
Carrièreswitch aanvulling
Tijdens het gebruik van de regeling, krijgt de medewerker een ‘carrière switch-aanvulling’ op zijn
inkomen. De werknemer krijgt een aanvulling op de overeengekomen vaste looncomponenten
waaronder:
het maandsalaris,
vakantietoeslag,
jaarlijkse uitkering,
een eventuele aanvulling op het salaris op grond van artikel 3.1.3 van de cao.
De aanvulling is een percentage van het verschil tussen bovenstaande looncomponenten vóór
het ingaan van de regeling en tijdens het gebruik van de regeling. Het percentage is afhankelijk
van het aantal dienstjaren dat de werknemer bij zijn huidige werkgever heeft bij ingang van de
regeling:
0 tot 10 dienstjaren: 20%
10 tot 20 dienstjaren: 30%
20 tot 30 dienstjaren: 40%
30 of meer dienstjaren: 50%
Arbeidsduur
Op grond van de regeling kan een werknemer ten behoeve van zijn duurzame inzetbaarheid
twee maanden worden vrijgesteld van werk. De regeling is geen vakantie- of verlofregeling. De
voorwaarde dat niet direct voorafgaand aan de pensionering van de regeling gebruik gemaakt
kan worden wordt als volgt aangepast: De werknemer vraagt de vitaliteitsregeling uiterlijk 18
maanden voor zijn pensioendatum aan. De bedoeling hiervan is dat de periode tussen de
einddatum van het vitaliteitsverlofregeling en het pensioen van de medewerker minimaal één
jaar bedraagt.
Vervroegd uittreden
Cao partijen zijn overeen gekomen om de volgende aanvulling op de RVU-regeling Regeling
Vervroeg Uittreden (hierna te noemen ‘RVU’) in de cao op te nemen. De regeling gaat in vanaf
het moment dat een RVU-regeling wettelijk mogelijk is.
In aanvulling op de wettelijke regeling inzake de RVU zijn de navolgende regels van toepassing:
De werknemer die binnen drie jaar de AOW gerechtigde leeftijd bereikt, kan van de
RVU-regeling gebruik maken. Hiervoor dient hij tenminste 4 maanden van tevoren
een schriftelijk verzoek in bij zijn leidinggevende.
De werknemer bepaalt zelf de duur van de regeling. De leidinggevende gaat met het
verzoek akkoord, tenzij er sprake is van zwaarwegende bedrijfsomstandigheden.
Indien de werkgever meerdere aanvragen tegelijkertijd ontvangt, heeft hij de
mogelijkheid de startdatum van de aanvraag in overleg met de werknemer te
verplaatsen dan wel het verzoek af te wijzen.
De werknemer kan desgewenst de vervroegde uittreedregeling aanvullen door
bijvoorbeeld het aanvullend pensioen naar voren te halen.
Werkgevers met minder dan tien werknemers
Werkgevers die minder dan tien werknemers in dienst hebben, zijn niet verplicht om de regeling
aan hun werknemers aan te bieden.
Evaluatie en voortzetting van de regeling
De intentie van cao-partijen is om deze regeling gedurende de nu beoogde wettelijke regeling
van vijf jaar op te nemen in de cao.
Het is voorts de intentie van cao-partijen om vóór 1 september 2021 een beleidsevaluatie plaats
te laten vinden door cao-partijen. Evaluatiepunten zijn: bereikt de regeling het beoogde doel,
zijn de kosten van de regeling acceptabel en is de regeling voor werknemers en werkgevers
praktisch werkbaar. De beleidsevaluatie dient als input voor het overleg over een volgende cao.
De regeling blijft gehandhaafd totdat een volgende cao is overeengekomen
Bron: Verbond van verzekeraars, 04-12-2020